vrijdag 30 april 2010

Wethouder Jan Peeters schoffeert gemeenteraad Roosendaal

Wethouder Jan Peeters kent zijn positie nog niet. In de beeldvormende raadsvergadering van 29 april jl. heeft hij de gemeenteraad laten weten dat het tijd wordt dat de tegenstanders van het stadskantoor ophouden met het stellen van kritische vragen aan het College. Hij meldde dat hij daar genoeg van had. Hij vond het niet langer acceptabel dat leden van de raad de risico’s van het project benadrukten, het werd tijd dat ze het College gingen steunen bij het tot stand brengen van een nieuw stadskantoor in Stadsoevers. Hij richtte zich daarbij met name tot de SP en de Nieuwe Democraten.

Peter den Hartog liet weten dat hij die opstelling van Jan Peeters onacceptabel vond. Hij was woedend. En terecht. Jan Peeters moet snel een spoedcursus staatsrecht nemen. Hij begrijpt daar namelijk nog helemaal niets van. En dat is toch verontrustend voor een wethouder. Hij zou toch moeten weten dat de gemeenteraad en niet het College het hoogste orgaan is van de gemeente. Hij hoeft daar de grondwet (artikel 125) maar even voor open te slaan.

Jan Peeters zal zijn arrogante houding in de raad moeten matigen wil hij nog enige tijd wethouder zijn. Natuurlijk hoeven raadsleden het niet met de wethouder eens te zijn. En natuurlijk moeten raadsleden kritische vragen kunnen blijven stellen. Sterker nog, dat is hun taak!!

De gemeenteraad moet het College controleren. De SP-fractie weet dat allang, Jan Peeters weet het nu na 29 april hopelijk ook.

Ada Oudhof

zaterdag 17 april 2010

Interview met Emile Roemer in de Volkskrant 17 april 2010

Vandaag stond er een mooi interview met Emile Roemer in de Volkskrant. Hij staat voor een wel heel moeilijke klus. Hij moet de strijd aan met politici die in het publieke debat veel meer ervaring hebben en hij is onbekend en moet ervoor zorgen dat op 9 juni heel Nederland hem kent. Dat is geen gemakkelijke opgave.

Hij is niet kansloos. Ik vind dat in het interview uit de Volkskrant veel pluspunten naar voren komen. Ik zet ze even onder elkaar:

  1. Hij komt over als een sympathieke man die niet op die plek is terecht gekomen uit grenzeloze ambitie en doortrapte strategie, maar omdat iemand het toch moest doen.
  2. Hij is een relatieve buitenstaander (pas sinds 2006 in de Kamer) en we hebben eerder gezien dat velen in ons land dat een voordeel vinden.
  3. Hij heeft in zijn periode in Boxmeer laten zien dat hij als SP’er in de gemeenteraad en als wethouder kan samenwerken met andere partijen. Zelfs met de VVD. Andere partijen zullen hem dus niet, zoals na de vorige Kamerverkiezingen en zoals we nu ook in Roosendaal bij de coalitiebesprekingen weer hebben gezien, kunnen uitsluiten met het argument dat de SP zich niet constructief opstelt. Hij profileert zich juist als bruggenbouwer.
  4. Hij slaagt erin, ook in het interview in de Volkskrant, te laten zien waar de verschillen met de PvdA zijn: de PvdA is in tegenstelling tot de SP steeds voorstander geweest van de marktwerking in de zorg, het onderwijs en openbaar vervoer. En dat zullen ze nu nog zijn.
  5. Hij benadrukt terecht dat de SP niet achter hypes aanloopt zoals nu het verhogen van de AOW-leeftijd terwijl het veel meer de kunst is om de arbeidsdeelname van 55 en 60+ers te verhogen.
  6. De combinatie Kant/Bos zou na 9 juni erg lastig zijn geworden, de combinatie Roemer/Cohen is denk ik veel kansrijker.
En, van mij hoeft het niet, maar misschien vinden veel mensen die stropdas ook wel wat hebben.

Ada Oudhof

donderdag 8 april 2010

Coalitieakkoord RL, CDA, PvdA en GroenLinks 2010-2014 maakt nauwelijks keuzes

Gisteren is het coalitieakkoord beschikbaar gekomen. De coalitiepartijen schetsen een financieel perspectief met daarin taakstellingen van jaarlijks vele miljoenen euro’s. Er is door de RL, CDA, PvdA en GroenLinks echter nog nauwelijks een begin gemaakt met het aangeven waar de klappen zullen gaan vallen. Ze stellen het uit naar de programmabegroting van 2011. Ze vinden blijkbaar niet dat de burger nu na de verkiezingen wel recht heeft om te weten hoe de verschillende partijen met hun verkiezingsbeloftes zijn omgegaan.

Er worden in het akkoord wel enige tipjes van de sluier opgelicht.

De dure huizenbezitters kunnen gerust zijn. De eerder door de gemeenteraad afgesproken jaarlijkse verhoging van de ozb met 1,25% (boven de inflatie) gaat niet door.

De bezuinigingen lijken vooral de gewone Roosendaler te gaan treffen.

Het nieuwe College zal gaan bezuinigen op de leefbare wijken en dorpen. Officieel is het een speerpunt in het coalitieakkoord, maar feitelijk kondigt de coalitie aan daar jaarlijks 400.000 euro op te gaan beparen.

De coalitiepartijen zien ook besparingsmogelijkheden op de buurt- en dorpshuizen. Hier is gekozen voor eufemistisch taalgebruik: “Vraaggerichtheid zal ook kenmerkend zijn voor de openstelling van de buurt- en dorpshuizen. Dit kan leiden tot aanpassingen in openingstijden, vooral tijdens de vakantieperioden”. Je kan er genoeglijk vanuit gaan dat de coalitiepartijen hier niet bedoelen dat de beschikbaarheid omhoog gaat en dat de openingstijden verruimd gaan worden.

Verder kondigt het College aan dat de majeure opgaven voor de omlegging van de A58 en de Spoorzone worden vertraagd. Het College heeft ook hier mooie formuleringen voor gevonden: “Wij zullen in de realisatie en de financiĆ«le voeding…. aansluiten bij de agenda’s van de hogere overheden”. Of ergens anders in de tekst: “het tempo van omlegging A58 en Spoorzone af te stemmen op de rijksambities”. Kortom, wij gaan afwachten wat de rijksoverheid ooit misschien nog eens gaat doen. We gaan ons lijdzaam opstellen. Lijkt mij niet helemaal de goede weg voor een College dat van eigen kracht zou moeten uitgaan.

Het stadskantoor moet van het nieuwe College wel gewoon doorgaan, voor 38 miljoen investering en een budgettair neutrale exploitiatie. Dat terwijl juist hier zo langzamerhand meer dan genoeg signalen aanwezig zijn, dat dit niet zal gaan lukken. Het coalitieakkoord ronkt van de begrippen als politieke moed, vernieuwende bestuurskracht, daadkracht, creativiteit en innovatiekracht. Het had van politieke moed en bestuurskracht getuigd als de conclusies van het second opnion onderzoek serieus zouden zijn genomen. En met het stadskantoor een nieuwe weg zou zijn ingeslagen. Spijtig genoeg is dat niet gebeurd.

En waar ook niet op bezuinigd gaat worden, dat is het aantal wethouders. Er is lang sprake geweest in de onderhandelingen van vier wethouders. Dat zou in deze tijd ook zeer voor de hand hebben gelegen. Echter, niet dus: het nieuwe College gaat weer gewoon met 5 wethouders beginnen. Hoezo, zelf het goede voorbeeld geven!!

Ada Oudhof

SP :: headlines