Wethouder Toine Theunis heeft een blog geschreven over de toekomstige rol van de gemeente: http://toinetheunis.wordpress.com/ (Maatschappelijke sanering : waar gaat het ook al weer om.).
Het is in deze wethouder te prijzen dat hij inzicht probeert te geven in de manier waarop hij tegen de samenleving aankijkt. Dat gaat daarmee dan ook verder dan de toch enigszins oppervlakkige en populistische manier waarop wij als raad en college soms het debat in de gemeenteraad voeren. Ik wil daarom dan ook graag op zijn blog reageren.
De wethouder noemt twee hoofdlijnen van de door hem noodzakelijk geachte sanering en ‘ redesign’ van de gemeentelijke taken. De eerste is dat de burger zelf de regierol op zich moet gaan nemen en de verantwoordelijkheid moet nemen voor de eigen woon- en leefomgeving. De tweede is dat verzelfstandigde organisaties doel in zichzelf zijn geworden en dat daarin moet worden ingegrepen.
De gemeente wordt door de rijksoverheid met forse bezuinigingen opgezadeld. Ik denk dat de wethouder gelijk heeft dat die bezuinigingen aanleiding moeten zijn voor een ‘ redesign’. Maar ik denk niet dat dit op de wijze moet gebeuren die de wethouder voorstaat. Toine lijkt op de lijn te zitten van de beroemde Chicago econoom Friedrich von Hayek. De punten van Toine worden ook door Hayek genoemd. Hayek vond dat de overheid zich nagenoeg afzijdig moest houden van het maatschappelijke leven en alles over moest laten aan de vrije markt. De burger moest volledig zijn eigen boontjes doppen en dat zou het helemaal goed komen. Het beste belang is het eigenbelang. Hayek had geen enkel vertrouwen in de overheid en hij schreef bijvoorbeeld in zijn boek uit 1982 “ Law, Legislation and Liberty (a new statement of the liberal principles of justice and political economy)” : “ The reason is that democratic government….becomes as a result of unlimeted powers exceedingly weak, the playball of all the seperate interests it has to satisfy to secure majority support”. De beste overheid was in zijn optiek de allerkleinste overheid. Hij heeft grote invloed gehad op het neo-liberale denken en dus waarschijnlijk ook op onze wethouder.
Ik vind dit allemaal veel te pessimistisch. Ik vind dat de overheid veel zelfbewuster moet zijn. Ik ben veel meer van de lijn die ook de, vorig jaar overleden, Engelse hoogleraar Toni Judt aanhangt in zijn boek uit 2010 “ Het land is moe”. Hij stelt naar mijn mening terecht “ Er zijn te veel terreinen in het leven waarop we voor de bevordering van onze collectieve belangen niet kunnen vertrouwen op een overkoepelend inzicht wanneer iedereen vrij is om te doen wat hij het beste voor zichzelf vindt. Omdat de markt en het vrije spel der particuliere belangen tegenwoordig zo overduidelijk niet samenkomen bij het nut van het algemeen, moeten we weten wanneer het nodig is om in te grijpen”. Ook Hans Achterhuis zit in zijn onlangs verschenen boek “ De utopie van de vrije markt” op diezelfde lijn.
Ik ben het met de wethouder eens dat we moeten nadenken over een nieuwe rol van de gemeente. Niet echter door zich nergens meer mee te bemoeien. Ik vind dat de gemeente juist zijn invloed moet verstevigen. De wethouder heeft gelijk dat verzelfstandigde organisaties hun eigen route zijn gaan kiezen. Dat moet afgelopen zijn. De gemeente moet duidelijk de doelen en de eisen stellen waaraan deze organisaties moeten voldoen. En ze daar ook op afrekenen. En naar een ander gaan als de betreffende organisatie het niet goed doet. Dat gebeurt nu niet of nauwelijks. En dat heeft met de omvang van het budget niets te maken. Ook na bezuinigingen moet de gemeente die rol opeisen.
De wethouder heeft ook gelijk dat de burger die in de gelegenheid is goed voor zichzelf te zorgen, dat ook moet doen. Dat je daar ook eisen aan mag stellen. Als je je eigen boontjes kunt doppen, dan moet je dat ook doen. Je hoeft echter maar om je heen te kijken om te zien dat er heel veel mensen in Roosendaal zijn waarvoor dat toch allemaal een stuk moeilijker is. Daar moeten we voor blijven zorgen. Dat is solidariteit en beschaving. Ook daar moet de gemeentelijke overheid zich vol op blijven richten.