Wethouder Toine Theunis gaat in zijn blog van 13 december jl. in op de noodzaak om in crisistijd de overheidsbestedingen op peil te houden. Dat wil zeggen: de overheidsinvesteringen. De overheid hoeft volgens hem, en hij verwijst daarbij naar de vroegere Robeco topman Van Duijn, de consumptie niet aan te moedigen. Op de overheidsuitgaven die op consumptie gericht zijn (subsidies, uitkeringen e.d.) kan bezuinigd worden. Daar zou volgens hem de economie niets aan hebben. Toine legt daarbij de parallel met het Roosendaalse beleid. Ook hier moeten we investeren. Zeker omdat, zoals de wethouder stelt, de rente nu laag is en de gemeente goedkoop kan lenen. Volgens Toine past dit in de traditie van Keynes. Roosendaal heeft volgens hem op dit punt goede troeven in handen.
Ik heb het artikel van Van Duijn in de Telegraaf van 27 november jl. ook gelezen. Mijn economiekennis was wat weggezakt, maar ik heb het laten opfrissen. Ik weet het weer. Keynes legde het verband tussen het te kort schieten van de totale vraag naar goederen en de werkloosheid. Volgens Keynes bepaalt op korte termijn de effectieve vraag (dit is de vraag die leidt tot de koopdaad) de hoogte van de productie en daarmee de werkgelegenheid. Ik weet de formule ook weer:
Y (nationaal inkomen) = C (consumptie) + I (investeringen) + O (Overheidsbestedingen) + X (Export) – M (Import)
Toine heeft gelijk dat de overheidsbestedingen leiden tot een groei van de welvaart. Toine heeft geen gelijk dat de consumptie er niet toe zou doen. Dat kun je in deze formule van Keynes eenvoudig zien. De koopkracht moet juist op peil blijven. Het is voor de overheid (dus ook voor de gemeente Roosendaal) juist ook in economische zin van belang de consumptie overeind te houden. Dat doet de overheid bijv. door het betalen van ambtenarensalarissen, maar ook door het verstrekken van uitkeringen. De formule van Keynes waarnaar de wethouder verwijst is duidelijk.
Voor wat betreft de overheidsinvesteringen pleit de wethouder voor investeringen die een hoog maatschappelijk rendement hebben. Daar ben ik ook voor. Dan hebben we het over investeringen die meerwaarde opleveren voor de toekomstige generatie Roosendalers. Ik denk dat de wethouder dan denkt aan het nieuwe stadskantoor (of wat er van over is) en de nieuwbouw op Stadsoevers. Ik vermoed dat hij dat de sterke troeven van Roosendaal vindt. Als ik denk over investeringen die een meerwaarde opleveren voor toekomstige generaties, dan denk ik eerder aan het omleggen van de A58, renovatie van achterstandswijken, investeringen in het onderwijs, investeringen in milieu, duurzaamheid, versterking van het vestigingsklimaat voor innoverende bedrijven. Dat soort dingen. Een nieuw stadskantoor is een prestigeproject, daar hebben Roosendalers niets aan. Vraag het ze zelf! Dat kost alleen belastinggeld. En huizenbouw waar geen vraag naar is, dat is kapitaalvernietiging.
A.s. woensdag 22 december houdt het College een openbare bijeenkomst over de nieuwbouw van het tweede stadskantoor. Blijkbaar is er voor het College geen tijd te verliezen. Ik vind echter: Betrek het bij de discussie over de ‘Agenda van Roosendaal’. Dan pas is er een bredere afweging mogelijk. Misschien zijn er wel onderwerpen met een hoger maatschappelijk rendement. En dan kan onze nieuwe burgemeester ook meedoen!
Ada Oudhof, SP gemeenteraad Roosendaal